Nokia 1208 - Geïmplanteerde medische apparatuur

background image

Geïmplanteerde medische apparatuur
Om mogelijke storing van geïmplanteerde medisch

apparatuur zoals een pacemaker of een geïmplanteerde

defibrillator te voorkomen, raden fabrikanten van medische

apparatuur aan om draadloze apparaten altijd op minimaal

15,3 centimeter afstand te houden. Personen met dergelijke

apparaten moeten met het volgende rekening houden:

Houd het draadloze apparaat altijd op meer dan 15,3

centimeter afstand van het medische apparaat.

Het draadloze apparaat niet in een borstzak dragen.

Houd het draadloze apparaat tegen het oor aan de

andere kant van het lichaam dan de kant waar het

medische apparaat zit.

Schakel het draadloze apparaat uit als er enige reden

is om te vermoeden dat er een storing plaatsvindt.

Volg de instructies van de fabrikant van het

geïmplanteerde medische apparaat.

Als u vragen hebt over het gebruik van het draadloze

apparaat wanneer u een geïmplanteerd medisch apparaat

hebt, neemt u contact op met uw zorginstelling.